zondag 15 november 2015

Trance-reis naar Yggdrasil en de seidhmoeders



Ik maakte deze reis al honderden keren eerder, de eerste keer werd ik mee op reis genomen door Frigga Asraaf en dat is daarna nog vaker voorgekomen.

Dag 1
Ook al is de reis mij bekend ik besluit hem toch nog eens over te lezen om te checken hoe authentiek mijn reis nog is. Heel authentiek blijkt, deze reis zit al zolang in mij verankert, ik kan hem altijd en overal doen. Je vertrekt van een plek die je zelf gecreëerd of die je je herinnert. Mijn plek is een grot half hoog in een berg, ik heb een weids uitzicht daar, over de bomen en struiken, naar de bosrand aan de overkant. In mijn grot staat een bezem, een stapel brandhout, een ketel, driepoot, en een kommetje om thee te uit te drinken. Water komt uit een bron vlakbij mijn grot. En een staande tak met zijtak voor mijn vriend Uil. Als ik daar kom gaat alles via een vast ritueel. Met mijn bezem veeg ik widdershins de grot schoon en daarna draai ik drie keer deosil om mijn as met de bezem in mijn uitgestrekte handen. Zo maak ik mijn beschermende bubbel. Uil heeft mijn komst opgemerkt en komt op zijn tak zitten terwijl ik het vuur aanmaak en de ketel met water er boven hang. Als het water kookt doe ik de kruiden die ik meenam ik de ketel om thee van te trekken. Ik ga met mijn thee bij het vuur zitten en denk na over de reden voor mijn bezoek aan de seidhmoeders. Die reden is niet altijd duidelijk soms ga ik er gewoon heen om even daar te zijn. Maar vandaag ga ik ze vertellen van mijn plan, om een week lang hen elke ochtend een bezoek te brengen en daarover te schrijven. Als ik mijn thee op heb ga ik naar Uil en vertel hem wat ik van plan ben, en voeg ik eraan toe, "Vraag of ze een boodschap voor me hebben?" Uil vliegt vooruit om mijn komst aan te kondigen en de boodschap over te brengen. Ik controleer het vuur nog even, want ik wil dat het blijft branden zolang als ik weg ben. En dan ga ik op pad langs de mij wel bekende wegen. Langs Yggdrasil waar ik me even mee verbind als ik hem passeer en langs één van zijn wortels mijn reis vervolg. De muziek van trommels en ratels begeleiden mijn reis. Als ik op het pleintje van het dorpje aankom besluit ik niet meteen naar de toverweverij te gaan waar de seidhmoeders zich ophouden, maar ik ga even op het bankje onder de boom in het midden van het pleintje zitten. Ik zie de voorouders, ik ken of herken hen niet, er zijn geen bekende bij deze keer, maar op de één of andere manier kennen ze mij allemaal en zijn ze op de hoogte van mijn komst. Ik zit er nog maar net als één van de seidhmoeders mij komt halen want er wordt op mij gewacht. Ik heb een eigen plekje in de weverij een plekje waar ik altijd mag zitten als ik er behoefte aan heb en vanuit dat plekje heb ik vaak genoeg de seidhmoeders gadegeslagen. We lopen richting mijn plekje, het weefgetouw naast het plekje waar ik al zo vaak gezeten heb is leeg en net op het moment dat ik naar mijn plekje wil doorschuiven, zegt de seidhmoeder die mij opgehaald heb, nee je moet nu hier zitten achter het weefgetouw, het is tijd dat jezelf iets gaat doen. Ik ben verbaasd en onwennig ga ik zitten. Een zacht gelach en een instemmend geroezemoes gaat op de andere weefsters kijken mijn kant op met instemmende knikjes en bemoedigende lachjes. Ik moet weven, en ik weef. We zingen soms en drinken thee, maar bovenal weven we. Ik weef een sjaal, een omslagdoek, die er hetzelfde uitziet als een doek die ik in het echte leven ook bezit. Als hij klaar is wikkelen ze mij met zijn alle in de doek en gaan we naar buiten, waar nu een vuur is en heerlijk eten, waar gedanst wordt en de hoorn rond gaat. Op een gegeven moment wordt me verteld dat het tijd is om naar huis te gaan en wordt ik door twee tovervaders met fakkels begeleid naar de wortel van Yggdrasil. Onderweg wordt weinig gesproken en dat is ook niet nodig ik heb genoeg aan mijn gedachten. Waarom mocht ik weven, een taak die toch voor de seidhmoeders is, even roept het een vraag op over mijn eigen sterfelijkheid, ik vraag die ik toch maar weer snel verdring omdat het niet echt bij de sfeer past die ik ervaren heb. En de boodschap die ik eruit filterde dat het tijd wordt om iets te gaan doen om aan de slag te gaan in plaats van toe te kijken. Ik denk er nog even over na terwijl ik naar mijn grot terug loop. Als ik daar ben ruim ik alles op, bedank mijn vriend Uil en de voorouders en kom daarna weer langzaam in het hier en nu.

Dag 2
Mijn voorbereidingen zijn zoals altijd, maar als ik bij het vuur zit en mijn thee drink en nadenk over de reden van mijn komst, wordt ik onrustig. Ze verwachten me in de weverij, nu ik weven mag. Maar wil ik dat wel, wil ik niet liever enkel op het pleintje zitten en afwachten wat er gebeurt. Uiteindelijk vertel ik aan Uil dat het dat laatste zal worden. Als ik bij de mijn bekende wortel afdaal zie ik haar staan, het is één van de seidhmoeders, ze wacht op mij. "Ik wist dat je zou komen", zegt ze "Misschien vind je het fijner om samen te lopen de moeders wachten op ons." Samen lopen we het pad af naar het dorpje. Wat voelde ze haarfijn aan hoeveel moeite het mij koste om terug te komen. Als we de weverij binnenkomen is daar een gezellig geroezemoes, de seidhmoeders zitten in een kring met dampende koppen thee, ze maken plaats voor ons. Om de beurt nemen ze mijn handen in de hunne en kijken ze me met een zachte blik aan. Ik voel me welkom, opgenomen in het geheel. Ze vertellen me dat ze het begrijpen, dat het een grote verantwoordelijkheid is en dat ze begrijpen dat ik erover na moet denken. Maar dat ze ook weten dat ik het aan kan. Ik voel me warm en in hun kring opgenomen. Ze hoeven nu nog niets te horen van mij, ze sturen me terug om na te denken, om zeker te zijn. Nog lang daarna denk ik over de betekenis van het weven, waar staat het voor? Wat moet ik doen?

Dag 3
Omdat het steeds in de ochtend droog is en 's middags regent, besluit ik om eerst op pad te gaan en 's middags pas op 'reis' te gaan. Het duurt tamelijk lang voordat het rustig is in mijn hoofd door alle indrukken die ik tussen nu en de trance-reis van gisteren heb opgedaan, er is veel om over na te denken. Maar na enige tijd heb ik alles rustig en begin ik aan mijn gebruikelijke ritueel. Tegen Uil zeg ik; "Zeg maar dat ik kom om te weven, dat ik nog niet weet waar dat weven synoniem voor staat, maar dat ik besloten heb om het gewoon maar te gaan doen." Uil vertrekt en ik ga er vlak achteraan. Ik ga mijn pad, op weg naar de voorouderplek wordt ik door voorbijgangers vriendelijk begroet en krijg ik een appel van een vrouw met een mand vol appels, ze gaat appeltaart maken, vertelde ze. In de weverij is het erg rustig, alle seidhmoeders zijn ijverig aan het weven en ik ga ook snel achter mijn getouw zitten. Ik weef, ik kom in een bepaalde cadans terecht, het is heerlijk, het is rust, en ik weef en ik weef. Totdat het genoeg is geweest en ik weer de terugweg naar mijn grot aanvang. Als ik langs de wortel van Yggdrasil naar boven ben gekomen en hem in zijn grootsheid aanschouw, komt er een gevoel van dankbaarheid over mij heen en ik bedank hem dan ook dat ik elke keer mag passeren via zijn wortel. Als ik weer helemaal terug ben voel ik die heerlijke rust nog steeds en een blik op de klok zegt me, dat ik meer dan een uur weg ben geweest. Het was een lange reis blijkbaar.

Dag 4
Ik verlang er niet naar maar ik weet dat ik deze keer op reis zal gaan om te weven, ik moet tenslotte weten waar dat weven voor staat, ik kan het alleen doorgronden door het daadwerkelijk te doen. Als ik in het vuur in mijn grot staar terwijl de salie in het gekookte water trekt, zie ik visioen van de nornen Urd, Verdani en Skuld, het lijkt alsof ze aan de andere kant van het vuur zitten in een andere dimensie, ze laten elkaar draden zien van verschillende dikte. Daarna zie ik een beeld van twee dicht bij elkaar staande bomen, met heel veel takken. Er staat een mand bij met verschillende diktes garen en een trapleer, ik weet dat er van mij verwacht wordt dat ik een web tussen de bomen weef. Als ik dat besef verdwijnt het beeld weer. Ik vertel Uil dat ik kom om te weven en te begrijpen. Uil vliegt uit en ik ga op pad. Van ver zie ik al dat één van de seidhmoeders voor de weverij staat te wachten. Ze wacht op mij. Er is niemand anders, vandaag gaan we samen weven, met hele fijne draden in een prachtige rode kleur. We geven de spoel door aan elkaar, werken samen, weven samen, de hele dag. Tussendoor komt een jong meisje ons thee, fruit of soep brengen, dan pauzeren we even maar daarna gaat het werken weer door. Het is veel werk en het schiet maar langzaam op omdat de draden zo dun zijn, maar de stof die we maken wordt prachtig. Tegen de schemering zegt ze me dat ik moet gaan en morgen terug moet komen. Morgen zal hier niemand zijn, ik zal hier alleen zijn en het is mijn taak om de rode lap af te maken. Ze loopt met me mee tot de wortels van Yggdrasil en ik vertel haar over mijn visioenen. "Dat is goed" zegt ze "Je komt er wel achter".

Dag 5
Op dag 5 had ik het te druk en besloot pas later op de avond aan mijn reis te beginnen....... helaas heeft het verschrikkelijke nieuws uit Parijs mij zo uit het lood geslagen dat ik even niet meer hierop kan concentreren. Ik breek het dus ook voortijdig af. Mijn ervaringen tot nu deel ik wel en wellicht ook dat ik het op een ander tijdstip nog eens een hele week zal doen.

De beschrijving van de trance-reizen waar ik gebruik van maak kun je lezen op Het Rad ik maakte gebruik van de trance-reizen naar Yggdrasil en de voorouderplek en naar de Seidhmoeders en Tovervaders
De muziek die ik gebruikte kwam van de cd Spirit Gathering by Byron Metcalf



Geen opmerkingen:

Een reactie posten